Artiesten Impressie

Ultieme grens

Excessenregeling

Ook vergunningvrije bouwwerken, moeten aan minimale kwaliteitseisen voldoen. Een bouwwerk mag niet ‘in ernstige mate in strijd met redelijke eisen van welstand’ zijn, en dat geldt zowel voor het bouwwerk zelf, als voor het bouwwerk in zijn relatie tot de omgeving. Om te voorkomen dat bouwwerken toch ernstig in strijd zijn met redelijke eisen van welstand, bestaat de excessenregeling. In het kader van repressief welstandstoezicht kan hierop gehandhaafd worden.

Bouwwerken overstijgen het individuele belang; de kwaliteit ervan moet altijd als onderdeel van het algemeen belang worden gewaarborgd. In Rotterdam is de excessenregeling van toepassing op bouwwerken die ernstig in strijd zijn met redelijke eisen van welstand. In gebieden die als welstandsvrij gebied zijn aangewezen, is de excessenregeling niet van toepassing. Er is sprake van ‘ernstige mate in strijd met redelijke eisen van welstand’ wanneer het uiterlijk van een bouwwerk buitensporig afwijkt van de context en grote afbreuk doet aan de ruimtelijke samenhang, kwaliteit en eigenheid van de plek. De regeling geldt ook voor bouwwerken die, bijvoorbeeld door gebrekkig onderhoud, ernstig zijn verwaarloosd en vervallen. De onder het volgende kopje genoemde criteria vormen zodoende de absolute ondergrens van redelijke eisen van welstand waarop handhavend kan worden opgetreden.

Per geval moet op basis van de criteria uit dit hoofdstuk worden onderbouwd of er sprake is van een exces. De criteria richten zich op concrete ingrepen of juist het nalaten van ingrijpen, die tot onwenselijke situaties kunnen leiden. Vergunningvrije bouwwerken kunnen ook preventief aan redelijke eisen van welstand worden getoetst om te voorkomen dat achteraf blijkt dat er sprake is van ‘ernstige mate in strijd met redelijke eisen van welstand’; dit wordt de vrijwillige welstandstoets genoemd.

Criteria excessenregeling

Er is sprake van een exces bij ernstige strijdigheid met redelijke eisen van welstand. Dat wil zeggen een buitensporigheid in het uiterlijk, die ook voor niet-deskundigen evident is. Dit heeft onder andere betrekking op:

  • Het visueel of fysiek afsluiten van een bouwwerk voor de omgeving waarin het zich bevindt.

  • Het ontkennen of vernietigen van architectonische bijzonderheden bij aanpassing van een bouwwerk.

  • Armoedig materiaalgebruik.

  • Toepassing van felle of contrasterende kleuren.

  • Te opdringerige reclames of reclames die een grove inbreuk maken op wat in de omgeving gebruikelijk is.

  • Ernstige verwaarlozing van het uiterlijk van een bouwwerk.

Kunnen we je op weg helpen?