Artiesten Impressie

Welstandstoets bij cultureel erfgoed

Al sinds 1991 is de advisering over omgevingskwaliteit en erfgoed geïntegreerd in de Commissie voor Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed (tot 2024 Commissie voor Welstand en Monumenten). In deze nota gaat het om de welstandstoets in het kader van het onderdeel bouwen. Voor de toetsing van monumenten kan de welstandsnota niet apart worden bezien maar heeft zijn uitwerking in combinatie met het landelijk én het gemeentelijk erfgoedbeleid. Monumenten en beschermde stadsgezichten kunnen een aanjager en drager zijn van nieuwe ontwikkelingen. Vanuit dat oogpunt wordt in Rotterdam voor monumenten en beschermde stadsgezichten de stelling gehanteerd dat behoud en verandering elkaar niet in de weg staan, mits het plan het monument of het beschermd stadsgezicht in ieder geval respecteert.

Beschermde stadsgezichten

Naast individuele panden die vanwege hun cultuurhistorische waarde beschermd zijn als monument, is het ook mogelijk gebieden te beschermen. In Rotterdam zijn de volgende gebieden aangewezen als rijksbeschermde stadsgezichten: Delfshaven, Scheepvaartkwartier, Waterproject, Kralingen Midden, Noordereiland, Heemraadssingel-Mathenesserlaan, Heijplaat, Tuindorp Vreewijk en Blijdorp-Bergpolder. In Deel 3 zijn aanvullend op de criteria voor de gebiedstypen specifieke criteria per beschermd stadsgezicht opgenomen.

Monumenten

Er zijn rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten. Monumenten zijn ‘bouwwerken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde’. Een monument kan een gebouw zijn, een woonhuis, een bedrijfspand of een fabriek, maar ook een ander object (brug, fontein), een terrein (park, landschap) of een ensemble (een groep gebouwen die architectonisch of stedenbouwkundig bij elkaar horen).

Toetsing monument

  • Het bouwwerk zoals aangetroffen, samen met de redengevende omschrijving daarvan, vormen het kader voor toetsing; de ingreep zal in zijn algemeenheid de beschreven ruimtelijke en stilistische karakteristiek, de vormgeving, de detaillering en het materiaalgebruik van het monument intact moeten laten; waar mogelijk moet het monument zelfs terug worden gebracht in de oorspronkelijke staat.

  • Bij grote ingrepen aan een monument zijn een onafhankelijk opgesteld cultuurhistorisch en bouwhistorisch onderzoek gewenst. Vanuit die onderzoeken is het vervolgens wenselijk om voor de ingrepen een goed onderbouwde restauratievisie op te stellen, die als basis voor planontwikkeling en plantoetsing kan dienen.

  • Bij ingrepen aan panden aan weerszijden van een monument of deel uitmakend van dezelfde architectonische eenheid, wordt een hoge architectonische kwaliteit vereist, gericht op het in zijn waarde laten of brengen van het monument. Daarbij is er bijzondere aandacht voor het materiaalgebruik en de detaillering.

  • De sneltoetscriteria zijn niet van toepassing op monumenten behalve ten aanzien van energieopwekkende panelen op daken.