Bouwsteen 2: Bouwwerk

“Hoogwaardige en blijvende verschijningsvorm”

De maatvoering en verhoudingen van een bouwwerk passen bij de programmatische en ruimtelijke opgave en bij de kenmerken van de omgeving. Ontwerp, constructie en techniek vormen een samenhangende structuur, die hoogwaardig, transparant en toegankelijk wordt uitgewerkt, zodat de wisselwerking tussen binnen en buiten bijdraagt aan een blijvende kwalitatieve verbinding met het aangrenzende openbaar toegankelijk gebied.

Bouwwerken hebben goede verhoudingen, waarbij volumeopbouw en gevelontwerp elkaar versterken. De gevel is consequent, evenwichtig van proporties en vormt een overtuigende compositie, die zeggingskracht heeft en reageert op kenmerken of karakteristieken uit de omgeving. Het ontwerp wordt getoetst op de eenduidigheid, de structuur en de consistentie van het ontwerpconcept, binnen de context van de bestaande en te verwachten situatie. Het gevelontwerp past bij de opgave, de compositie representeert het gebruik (of de functieverandering) van het bouwwerk. Maar bouwwerken moeten ook bijdragen aan een duurzame omgevingsdynamiek, die functiemenging en variatie van gebouwen mogelijk maakt. Een bestendig onderdeel van de omgeving zijn, betekent condities creëren voor verschillende vormen van gebruik, voor differentiatie en verandering. De meest duurzame vraag voor bouwwerken is dus: zijn ze nodig? Of kan er voort worden gebouwd op wat er is? Kan er met minder inspanning en materiaal beter, langer en steeds opnieuw verder worden gebouwd? Als er nieuw gebouwd wordt, zijn bouwwerken dusdanig slim, passief en in relatie tot de natuurlijke elementen ontworpen, dat ze bijdragen aan de kwaliteit van het openbaar gebied en daar tegelijkertijd een bescheiden onderdeel van zijn.