Artiesten Impressie

Dakopbouwen

Bij de sneltoetscriteria voor dakopbouwen gaat het om de uitbreiding van woningen die als individuele toevoeging op een plat dak worden gerealiseerd. Vooral aan de voorzijde kunnen dakopbouwen medebepalend zijn voor het straatbeeld. Uitgangspunt is dat ze in samenhang met de onderliggende bebouwing worden vormgegeven en daarop een terughoudende, ondergeschikte toevoeging vormen. Ook domineren ze de bestaande bebouwing en het daklandschap niet: de samenhang van het geheel wordt gerespecteerd (doorlopende lijnen, bindende elementen en dergelijke). Als een woning deel uitmaakt van een ensemble (bijvoorbeeld een aaneengesloten rij woningen) is het de bedoeling dat de gerealiseerde dakopbouwen uiteindelijk als samenhangende rij één geheel vormen. Daarbij spelen positie, maatvoering, vormgeving en kleur een rol. Ook kunnen materiaalgebruik en detaillering een rol spelen. Een bijdrage aan biodiversiteit, waterretentie en dergelijke, door middel van een goed ingepast groen dak wordt daarbij gestimuleerd. Een dakopbouw voldoet aan redelijke eisen van welstand als aan de onderstaande sneltoetscriteria wordt voldaan.

Algemeen

  • Dakopbouwen zijn minimaal 3 m uit de voorgevel geplaatst[1], tenzij de bouwregels uit het omgevingsplan anders aangeven.

  • Per woning is één dakopbouw toegestaan.

  • Een dakopbouw is in samenhang met de architectonische eenheid ontworpen en is daaraan ondergeschikt.

  • Dakopbouwen zijn per architectonische eenheid gelijk. Per architectonische eenheid geldt de eerst vergunde aanvraag als ‘trendsetter’. De eerste dakopbouw op een aaneengesloten rij woningen (architectonische eenheid) wordt zo ontworpen dat deze eenvoudig reproduceerbaar is.

  • Dakopbouwen zijn plat afgedekt, tenzij een andere vorm voorkomt binnen de architectonische eenheid of tenzij vanuit stedenbouwkundig oogpunt een andere vorm passender blijkt.

  • Zijgevels van dakopbouwen op eindwoningen grenzend aan openbaar toegankelijk gebied, zijn van gelijke kwaliteit als de voorgevel van de dakopbouw. 

  • Het gevelontwerp van voor- en achtergevels van dakopbouwen is overtuigend vormgegeven en heeft een open karakter (geen gesloten vlak met 'gaten').

  • De bestaande gootlijn of dakrand van de woning blijft behouden.

  • Materiaal, kleur en detaillering zijn afgestemd op het hoofdgebouw en zijn van gelijke kwaliteit.

[1] Als er geen sprake is van een terugliggende dakopbouw wordt deze ook getoetst aan de relevante vaste en gebiedstypecriteria

Beschermde stadsgezichten

Voor beschermde stadsgezichten gelden enkele aanvullende bepalingen die voorgaande criteria deels vervangen:

  • De hoofdvorm (bijvoorbeeld plat afgedekt of kap) van een dakopbouw voegt zich naar het daklandschap van de architectonische eenheid en past qua verhoudingen bij de maat en schaal van het pand.

  • Dakopbouwen zijn terughoudend en hoogwaardig vormgegeven en voegen zich naar de karakteristieken van het beschermde stadsgezicht.

  • Materiaal, kleur en detaillering zijn van gelijke kwaliteit als het oorspronkelijke ontwerp en zijn daarop afgestemd.

Kunnen we je op weg helpen?