Groene daken en gevels

Groene daken en gevels dragen bij aan het duurzamer en natuurinclusiever maken van bebouwing en beïnvloeden de water- en temperatuurhuishouding van de stad positief. Het aanbrengen van natuurlijk groen op gebouwen wordt dan ook aangemoedigd. Uitgangspunt bij de sneltoetscriteria is om natuurlijke beplanting niet als een losse ‘toevoeging’ aan de bebouwing te zien, maar als logische inpassing in de opzet daarvan. Dit geldt voor groene gevels in sterkere mate dan voor groene daken. Ook constructieve onderdelen ter bevestiging van het groen en de gevel achter de begroeiing vragen aandacht. Als de levensvatbaarheid van het gevelgroen achterblijft bij de verwachtingen, vormen de onderdelen daarachter het gevelaanzicht, daarom worden ook hier eisen aan gesteld. Het is de bedoeling van de criteria om gevelmateriaal, constructie en beplanting een geheel te laten vormen, dat zowel in zichzelf als met het gebouw één afgestemd geheel vormt. Daarbij is het van belang dat een goed robuust onderhoudsconcept ervoor zorgt dat de gevel ook daadwerkelijk groen blijft. Vergroening van daken of gevels voldoet aan redelijke eisen van welstand als aan de onderstaande sneltoetscriteria wordt voldaan.

Beschermde stadsgezichten

Voor beschermde stadsgezichten gelden enkele aanvullende bepalingen die voorgaande criteria deels vervangen:

• Inpassing van gevelgroen op panden in beschermde stadsgezichten is ondergeschikt aan het gevelbeeld en gebeurt zorgvuldig.

• Verbijzonderingen en bindende elementen van gevels blijven afleesbaar.