Artiesten Impressie

Stedelijke villagebieden

Stedenbouwkundige kenmerken

Stedelijke villagebieden zijn woongebieden die zijn ontstaan na 1870 en waarvan de bebouwing bestaat uit vrijstaande of geschakelde villa’s. Deze gebieden zijn planmatig aangelegd en soms gelegen op een voormalig landgoed of buitenplaats. Ze hebben een overduidelijk groen karakter. Het grootste villagebied ligt in Kralingen; kleinere villagebieden en marginale ‘goudkustjes’ liggen door de stad verspreid. Vele daarvan zijn te klein om op kaart te zetten.

Het villapark in Kralingen is exemplarisch voor de ontwikkeling van villagebieden. Na de verkoop van enkele van oorsprong zeventiende-eeuwse buitenplaatsen, werd de grond vanaf eind negentiende eeuw voor een deel als openbaar park in gebruik genomen en voor een deel met villa’s bebouwd. De (geschakelde) villa’s werden zowel door particulieren als - in de vorm van ensembles - door bouwondernemers gebouwd. Een voorbeeld van dat laatste is de ‘Wagnerhof’.

Een ander villagebied is Duijvestein, in het noorden van de gemeente. In dit door water omgeven gebied ligt het accent op de privé-tuinen; aan de buitenruimte is minder aandacht besteed. De bebouwing bestaat uit individueel gebouwde, luxe woonhuizen in een of twee bouwlagen, vaak met platte daken, tuinen rondom en hagen als erfafscheiding. Er staan verhoudingsgewijs grote huizen op kleine kavels. Het gebied maakt een vrij groene indruk maar openbaar groen, zoals plantsoenen of laanbeplanting, is nauwelijks aanwezig. De openbare ruimte dient om het privégebied te ontsluiten en vormt geen groene overgang naar de tuinen.

In de oudere stedelijke villagebieden bestaat de groenstructuur juist wel uit een combinatie van openbaar en particulier groen. Het geheel van in elkaar overgaand privé-groen en openbaar groen bepaalt in hoge mate het beeld. In de openbare ruimte zijn parkjes, vijvers en plantsoenen aangelegd; het privé-groen sluit daarop aan en bestaat meestal uit ondiepe voortuinen en grote achter- en eventueel zijtuinen. Waar voortuinen ontbreken wordt dit vaak gecompenseerd door grasstroken en laanbeplanting.

Gaat het om vrijstaande bebouwing op eigen kavel, dan zijn de tuinen omheind met smeedijzeren hekwerken of hagen, die per pand aanmerkelijk kunnen verschillen. In de oudere villagebieden zijn de tuinen groter en is de bebouwing geringer van omvang dan in de recentere voorbeelden.

Architectonische kenmerken

In de stedelijke villagebieden gaat het om gebouwen met een eigen gezicht, die ieder voor zich in een groen lijstje staan. Groene tuinen scheiden de panden van elkaar. In een historisch villagebied als Kralingen rijgt het openbare groen de panden met hun tuinen bovendien tot een soort park aaneen. De beeldbepalende en omvangrijke groenstructuur is dan een verweving van openbaar en particulier groen. Doorzichten naar achtertuinen zijn daarbij van belang.

Villagebieden hebben een gevarieerde bebouwing waarin veel is geïnvesteerd. De panden hebben een hoog ontwerpniveau, een luxe uitstraling en zorgvuldige detaillering en materiaalgebruik. Het gaat voornamelijk om vrijstaande of geschakelde villa’s. De bebouwing in de oudere villagebieden is individueel en zeer divers, maar vaak staat wel een aantal huizen dat familie van elkaar is bijeen. Het hoofdgebouw speelt de hoofdrol; de soms talrijke bijgebouwen, aan- en uitbouwen zijn daaraan ondergeschikt. Veel bouwstijlen zijn vertegenwoordigd: neo-renaissance, art deco, een eclectische of een expressionistische bouwtrant, jugendstil en later modernisme of traditionalisme. Ieder huis heeft een eigen gezicht en vaak een uitgesproken architectonisch handschrift. Opvallend is verder de grote aandacht voor de uitstraling van het gebouw, voor het materiaalgebruik en de detaillering. Niet alleen aan de voorgevels, maar ook aan de - vaak goed zichtbare - zijgevels is veel aandacht besteed. Het kleurgebruik kan per pand sterk verschillen.

In nieuwere villagebieden als Duijvestein speelt de groene openbare ruimte een minder uitgesproken rol, maar blijft het beeld van een gebouw in een groen lijstje de primaire kwaliteit, evenals de soms uitgesproken vormgeving van ieder gebouw op zich.

Criteria Stedelijke villagebieden

  • Bouwinitiatieven laten bij vrijstaande bebouwing de tussenruimte onbebouwd.

  • Bijgebouwen bevinden zich op het achtererf en zijn terughoudend in uitstraling.

  • Bouwinitiatieven met een eigenzinnig gevelontwerp zijn mogelijk.

  • Uitbreidingen en gevelwijzigingen sluiten aan op het bestaande gevelontwerp of vormen een overtuigende nieuwe toevoeging.

  • Materiaalgebruik, kleur en detaillering ondersteunen de individuele positie van de bebouwing en de grote variatie in architectuur.

Wanneer je vragen hebt dan kun je hier Pariatur elit do anim pariatur ea. Reprehenderit pariatur esse minim commodo et deserunt irure. Sit cupidatat ullamco voluptate aliqua aliquip elit eiusmod ad occaecat ex eu laborum est Lorem incididunt. Lorem aliqua aliquip commodo duis ea amet ut laboris ipsum cupidatat eiusmod nostrud adipisicing sunt. Sunt anim nostrud aliquip et enim labore. Anim consectetur amet excepteur qui duis. Sit velit irure irure dolore ipsum mollit non ex.

Op deze pagina

Doe de welstandscheck

Krijg snel en eenvoudig inzicht in welke welstandscriteria gelden voor jouw bouwinitiatief.

Ga naar de welstandscheck