Artiesten Impressie

Heemraadssingel-Mathenesserlaan

De hier opgenomen samenvatting is gebaseerd op de Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan. De oorspronkelijk toelichting kan worden geraadpleegd op www.rotterdam.nl/monumenten. De oorspronkelijke toelichting vormt altijd het vertrekpunt voor het beschermingsbelang als onderdeel van de welstandstoets. Het beschermd stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan wordt ingekaderd door de bebouwing aan de Heemraadssingel, van de Essenburgsingel in het noorden tot aan de Rochussenstraat in het zuiden, evenals de bebouwing langs de Mathenesserlaan, van de Rochussenstraat in het oosten tot en met de bebouwing rondom het Mathenesserplein. Het gebied beslaat grotendeels de gebiedstypen Organisch ontwikkelde uitbreidingen en Groengebieden, en voor een klein deel het gebiedstype Vroege planmatige uitbreidingen. Het beschermd stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan vormt een van de belangrijkste stedenbouwkundige structuren van de rond 1900 uitgevoerde stadsuitbreidingen.

Ontwikkelingsschets

Het beschermde stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan vormt één van de belangrijkste stedenbouwkundige structuren van grotendeels rond 1900 planmatig uitgevoerde westelijke stadsuitbreidingen, gebaseerd op plannen van drie opeenvolgende directeuren Gemeentewerken: G.J. de Jongh (1892), A.C. Burgdorffer en W.G. Witteveen (1926). De stadsuitleg is vrijwel geheel planmatig opgezet; de Hemraadssingel en Mathenesserlaan vallen op vanwege hun bijzondere en fraaie ruimtelijke opzet, groenaanleg en hoogwaardige bebouwing, die nog overwegend gaaf aanwezig en herkenbaar zijn.

In 1880 kwam De Jongh met een plan voor stadsuitbreiding in de Coolpolder, dat kleiner van opzet en meer op de bestaande situatie was gebaseerd dan het niet uitgevoerde plan van Rose, uit 1858. Het plan moest een oplossing bieden voor de stedelijke ruimtenood als ook voor de hygiënische wantoestand in de Coolpolder. In 1887 volgde een gewijzigd plan voor de Coolpolder, waarbij de stedenbouwkundige uitleg minder monumentaal en meer dan in de oorspronkelijke opzet contextueel en pragmatisch ten opzichte van de bestaande situatie werd benaderd. De latere Heemraadssingel en Mathenesserlaan zijn in deze opzet al als voornaamste stedenbouwkundige assen opgenomen. Na wijzigingen in 1889 en 1891 werd het plan in 1892 door de gemeenteraad goedgekeurd.

Volgens De Jongh moesten brede en mondain ingerichte profielen van boulevard, singel en plein garant staan voor een aanlokkelijk woonklimaat voor welgestelde stedelingen. De singels vormden een belangrijk structurerend element, hadden een functie in de waterhuishouding en sloten direct aan op de singels van het Waterproject van Rose. Het, deels landschappelijk en deels geometrische, beplantingsplan van de Heemraadssingel is van de hand van D.G. Vervooren, die in 1880 als hoofd van de afdeling Plantsoenen was aangesteld. De laatste versie van het plan van De Jongh werd in 1903 opgenomen in het Algemeen Uitbreidingsplan, op het moment dat de Heemraadssingel en Mathenesserlaan ten dele waren ontwikkeld. Op een plattegrond uit 1913 blijkt dat de Mathenesserlaan in noordwestelijke richting is doorgezet, het Heemraadsplein is aangelegd (dat niet in het plan van De Jongh voorkwam), de Heemraadssingel in noordelijke richting is voortgezet (en verbreed tot plantsoen) en de bebouwing in het zuiden is gevorderd tot aan de Rochussenstraat.

In 1910 werd De Jongh opgevolgd door Burgdorffer, die tot 1922 directeur bleef en in 1913 een herzien deelplan indiende voor de uitbreiding aan weerszijden van de Beukelsdijk. In 1922 volgde H.G. de Roode Burgdorffer op en hij creëerde de stedenbouwkundige context voor een grootstedelijk complex rondom het Mathenesserplein, de eerste grote opdracht van de J.H. van den Broek, die tussen 1927-29 werd voltooid. Vanaf 1924 was Witteveen directeur Gemeente en in 1926 maakt hij een stedenbouwkundig plan voor de oostzijde van de Mathenesserlaan, gebaseerd op het uit Amerika afkomstige idee van de Parkway.

Stedenbouwkundige en architectonische kenmerken

Het beschermd stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan omvat een aantal gebieden met elk een eigen karakteristiek. Door De Jongh kregen de Heemraadssingel en Mathenesserlaan uitzonderlijk brede straatprofielen, waarlangs luxe bebouwing van Herenhuizen werd gerealiseerd. De stedenbouwkundige plannen zorgden voor structurele samenhang, terwijl de bouwblokken perceelsgewijs werden ontwikkeld. In de zijstraten werden eenvoudiger middenstandswoningen gebouwd. Daar weer achter is het stratenpatroon fijnmaziger, met lage, dicht op elkaar gebouwde arbeiderswoningen van veelal twee lagen met een kap.

De Heemraadssingel is als ruime groenstructuur aangelegd in een landschappelijke stijl, met een bochtig waterverloop en plantsoenen aan beide zijden, waarin een grote historisch-ruimtelijke waarde schuilt. Van de groenstructuur is het oorspronkelijke ontwerp, ondanks latere wijzingen, nog goed herkenbaar. Ook van de oorspronkelijke laan- en solitaire beplanting op en aan het weteringtalud, hoewel deels aangetast, zijn de hoofdbestanddelen nog volop aanwezig. De achter- en binnenterreinen van de Heemraadssingel en Mathenesserlaan bevatten diepe tuinen over de volle breedte van de panden. De inmiddels honderd jaar oude tuinen, waarvan bij een aantal nog de oorspronkelijke tuinontwerpen in landschappelijke stijl zijn te herkennen, vormen een rijke botanische collectie. De panden zijn vaak via een bordes, terras, serre of veranda op de begane grond, dan wel een balkon of portico op de verdieping gerelateerd aan de tuinen. In de oorspronkelijke Toelichting bij het besluit tot aanwijzing is een uitgebreide beschrijving opgenomen van het oorspronkelijke groen en beplantingsplan en de herkenbaarheid ervan.

De rijk gedetailleerde herenhuizen en ensembles aan de Mathenesserlaan, Heemraadssingel en het Heemraadsplein zijn in verschillende typen ontworpen. De panden hebben vrijwel altijd een duidelijke opbouw die bestaat uit plint – middendeel – beëindiging. De brede (diagonaal) aansluitende zijstraten zoals Burgemeester Meineszlaan, de Graaf Florisstraat en de Beukelsdijk, zijn fraai ontworpen met architectonische hoekoplossingen. Hoekpanden zijn veelal overhoeks ontworpen en met bijzondere architectonische elementen verfraaid. Lang het assenkruis Heemraadssingel-Mathenesserlaan, dat stelselmatig werd bebouwd tussen 1880-1940, is een rijke schakering van bouwstijlen vertegenwoordigd: eclecticisme, neo-renaissance, jugendstil, art deco, um 1800, overgangsarchitectuur en nieuwe zakelijkheid, waarbij het statige karakter van de straat in de gevel wordt benadrukt door de toepassing van kroon- en cordonlijsten, hoge trapbordessen, balkons, erkers en dakkapellen.

Een deel van de panden heeft diepe voortuinen, voorzien van smeedijzeren of gemetselde hekwerken, of (liguster)hagen. Aan grote delen van de Heemraadssingel, de Mathenesserlaan en het Mathenesserplein ontbreken de voortuinen. Aan de Mathenesserlaan staan enkele belangrijke publieke monumentale gebouwen zoals het Gemeentearchief (1897), de Rooms Katholieke Kathedrale kerk en de voormalige burgemeesterswoning (1906).

De monumentale, op architect Berlage stedenbouwkundige principes gebaseerde, compositie van het Mathenesserplein is van bijzonder hoge waarde. Dit ensemble heeft hoge verticale accenten en een panoramische situering langs de Delfshavensche Schie en de daarover gelegen Mathenesserbrug. Het ensemble aan de Breitnerstraat en de Rochussenstraat is gebouwd in nieuw zakelijke en expressionistische trant. Het stedenbouwkundig plan kent enkele bijzonderheden; langs de Rochussenstraat ligt het woonblok aan een ruim wigvormig plantsoen, terwijl op het binnenterrein

Nadere typering te beschermen waarden

  • De historisch-ruimtelijke waarde van de in landschappelijke stijl aangelegde, water- en groenstructuur van de Heemraadssingel met plantsoenen aan weerszijden en bochtige waterloop.

  • De ensemblewaarde en individuele kwaliteiten van rijk gedetailleerde herenhuizen in verschillende bouwstijlen en -typen ontworpen aan de Mathenesserlaan en Heemraadssingel, het Heemraadsplein, de C.P. Tielestraat en Robert Fruinstraat.

  • Het bochtige beloop en het elegante straatprofiel van de Mathenesserlaan, C.P. Tielestraat en Robert Fruinstraat.

  • De afwisselende en veelsoortige laan- en solitaire beplanting, zoals aan Heemraadssingel en -plein, Mathenesserlaan en -plein, Breitnerstraat (oostelijke deel) en Rochussenstraat.

  • De 8 tot 10 meter diepe voortuinen, voorzien van smeedijzeren of gemetselde hekwerken, of (liguster)hagen, aan grote delen van de Heemraadssingel, de Breitnerstraat, de Rochussenstraat en de Beatrijsstraat, en aan de Mathenesserlaan alleen aan het noordoostelijke deel, tussen de Gerrit Jan Mulderstraat en het Mathenesserplein.

  • De monumentale, op architect Berlage stedenbouwkundige principes gebaseerde, compositie van het tussen 1927-’29 naar een nieuw zakelijk ontwerp van architect J.H. van den Broek gebouwde Mathenesserplein-Aelbrechtskade-Rauwenhoffplein met hoge verticale accenten en panoramische situering langs de Delfshavensche Schie en de daarover gelegen Mathenesserbrug.

  • De ensemblewaarde en architectonische waarden van de bebouwing in nieuw zakelijke en expressionistische trant aan de Breitnerstraat, de Rochussenstraat, de Allard Piersonstraat en de complex-matige bebouwing aan het noordelijke einde van de Heemraadssingel

  • De aanwezigheid van enkele belangrijke publieke monumentale gebouwen zoals het Gemeentearchief (1897), de Rooms Katholieke Kathedrale kerk en de voormalige burgemeesterswoning (1906).

  • Het wigvormige plantsoen langs de Rochussenstraat en de tennisbaan op het binnenterrein van de Breitnerstraat-Rochussenstraat als goede representanten van Witteveens uitbreidingsplan voor Dijkzigt uit 1926.

  • De visuele en functionele relatie met de ‘volksbuurten’ het Nieuwe Westen, Middelland, het Oude Westen en Spangen aan de overzijde van de Delfshavense Schie.

  • De sterke visuele relatie met de bredere (diagonaal) aansluitende zijstraten als Burgemeester Meineszlaan, de Graaf Florisstraat en de Beukelsdijk, waar in de hoekoplossingen naar een goede formele overgang is gezocht tussen de zijstraat en de singel.

  • De ruimtelijk-historische relatie met het waterbouwkundige werk Coolhaven (1922).

  • De visuele en stedenbouwkundige relatie met het aangrenzende Museumpark, het voormalige ‘Land van Hoboken’.

Criteria Beschermd Stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan

Binnen het gebiedstype Organisch ontwikkelde uitbreidingen (als onderdeel van het beschermd stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan) gelden specifiek de volgende criteria:

  • De verkaveling is pandsgewijs of in kleine ensembles en draagt bij aan de relatie tussen de water- en groenstructuur, de stijlvolle straatprofielen (inclusief voortuinen), de representatieve, rijk vormgegeven bebouwing en de afwisselende en veelsoortige groeninrichting.

  • Ingrepen ondersteunen de cohesie van de architectonische eenheid: individuele panden of kleine ensembles.

  • Het bebouwingsbeeld is divers en bouwinitiatieven versterken de rijkdom aan bouwstijlen en -typen die zo kenmerkend is voor de voornaamste straten van het beschermd stadsgezicht.

  • Vrijstaande bebouwing heeft een alzijdig karakter en is gelegen in een groene setting.

Binnen het gebiedstype Vroege planmatige uitbreidingen (als onderdeel van het beschermd stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan) gelden specifiek de volgende criteria:

  • Bouwinitiatieven versterken de monumentale stedenbouwkundige composities in samenhang met de architectonische uitwerking van verticale en horizontale elementen (Mathenesserplein).

Binnen het gebiedstype Groengebieden (als onderdeel van het beschermd stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan) geldt specifiek het volgende criterium:

  • Bouwinitiatieven passen bij het historisch ruimtelijk karakter van de in landschappelijke stijl aangelegde water- en groenstructuur.

  • Bouwinitiatieven bouwen voort op de in het gebied aanwezige bouwstijl(en).

Binnen het gebiedstype Organisch ontwikkelde uitbreidingen (als onderdeel van het beschermd stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan) gelden de volgende aanvullende criteria:

  • Bouwinitiatieven dragen bij aan de ensemble-waarde en de individuele kwaliteiten van rijk gedetailleerde panden in verschillende bouwstijlen.

  • Het gevelontwerp bouwt voort op en versterkt de architectonische eenheid.

  • De kapverdieping is in samenhang met de architectonische eenheid vormgegeven, past binnen de dakcontour en ondersteunt de maatverhoudingen van het pand en de kap.

  • De gevelbeëindiging kan van de buurpanden afwijken, en draagt bij aan het totaalbeeld van een in hoogte steeds verspringende daklijn. Doorlopende daklijsten van architectonische eenheden blijven intact.

  • De plint heeft voldoende hoogte om bij te dragen aan de statige uitstraling van de gevel.

  • De plint schept een zekere afstand tot de straat, in overeenstemming met die van de bestaande bebouwing.

  • Karakteristieke elementen blijven behouden of worden versterkt.

Binnen het gebiedstype Vroege planmatige uitbreidingen (als onderdeel van het beschermd stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan) gelden de volgende aanvullende criteria:

  • Bouwinitiatieven ondersteunen de architectonische eenheid, als onderdeel van de stedenbouwkundige samenhang.

  • Ingrepen doorbreken de lange doorlopende lijnen in het gevelontwerp niet.

Binnen het gebiedstype Groengebieden (als onderdeel van het beschermd stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan) gelden de volgende aanvullende criteria:

  • Bouwwerken zijn representatief en georiënteerd op het specifieke karakter van de singel- en laanstructuur.

  • Plinten en entreepartijen verhouden zich zorgvuldig tot het rijke straatprofiel en de specifieke sfeer van de inrichting van de singel en laan.

  • Materiaalgebruik, kleur en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. Materiaalgebruik, kleur en detaillering maken gebruik van de kenmerken en uitstraling van de oorspronkelijke bebouwing, bouwen erop voort en versterken deze waar mogelijk.

  • Het materiaal van de dakbedekking is passend bij de kapvorm en de oorspronkelijke architectuur van het pand.

Binnen het gebiedstype Organisch ontwikkelde uitbreidingen (als onderdeel van het beschermd stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan) gelden de volgende aanvullende criteria:

  • Verschillende soorten hekwerken, leuningen en afrasteringen zijn transparant, van hoogwaardig materiaal en passend bij de architectuur van het pand.

  • Originele elementen zoals versierde voordeuren en gevelornamenten zijn bij vervanging gelijk of krijgen tenminste dezelfde vormentaal.

Binnen het gebiedstype Vroege planmatige uitbreidingen (als onderdeel van het beschermd stadsgezicht Heemraadssingel-Mathenesserlaan) gelden de volgende aanvullende criteria:

  • De uitwerking versterkt de architectonische detaillering, passend bij de ingetogen, zakelijke stijl.

  • De vormgeving en uitwerking van entrees is onderdeel van de collectieve visuele kwaliteit van de architectonische eenheid.

Wanneer je vragen hebt dan kun je hier Pariatur elit do anim pariatur ea. Reprehenderit pariatur esse minim commodo et deserunt irure. Sit cupidatat ullamco voluptate aliqua aliquip elit eiusmod ad occaecat ex eu laborum est Lorem incididunt. Lorem aliqua aliquip commodo duis ea amet ut laboris ipsum cupidatat eiusmod nostrud adipisicing sunt. Sunt anim nostrud aliquip et enim labore. Anim consectetur amet excepteur qui duis. Sit velit irure irure dolore ipsum mollit non ex.

Op deze pagina

Doe de welstandscheck

Krijg snel en eenvoudig inzicht in welke welstandscriteria gelden voor jouw bouwinitiatief.

Ga naar de welstandscheck