Artiesten Impressie

Heijplaat

De hier opgenomen beschrijving volgt de Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Heijplaat. Voor de oorspronkelijke toelichting wordt verwezen naar www.rotterdam.nl/monumenten. De oorspronkelijke toelichting blijft het vertrekpunt van het beschermingsbelang voor de welstandstoets. Het beschermd stadsgezicht Heijplaat wordt begrensd door de Nieuwe Maas, Heijplaatweg, Droogdokweg, Eemhavenweg, Courzandseweg, de Directeur de Gelderstraat, de Heijsekade, Eemhavenweg en Quarantaineweg. Het gebied bestaat uit twee gebiedstypen, te weten Tuindorpen en, Kantorenlocaties haven- en bedrijvengebieden. Het beschermd stadsgezicht Heijplaat is een unieke en nog vrij gave combinatie van havengebied en tuindorp, in een monumentale havensetting.

Ontwikkelingsschets

Het beschermd stadsgezicht Heijplaat ligt in het havengebied van Rotterdam en omvat drie cultuurhistorisch belangwekkende ensembles: het scheepswerf- en droogdokcomplex van de voormalige Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM), vanaf 1902; het in opdracht van de RDM aangelegd tuindorp Heijplaat, vanaf 1913; de gemeentelijke Quarantaine-inrichting, 1930-1933. Het geheel vormt een unieke en vrij gave combinatie van havenbedrijf en tuindorp, in een monumentale havensetting.

Heijplaat is ontstaan uit twee opgeslibde zandplaten (de Boven en Beneden Heijplaat), die in het midden van de negentiende eeuw middels een dam met de polder Courzand werden verbonden. In 1906 ontwierp directeur Gemeentewerken G.J. de Jongh een plan voor de Waalhaven, aan de oostzijde van Heijplaat, waarvan het bassin in 1931 werd voltooid. Plannen voor de Eemhaven, ten westen van Heijplaat, waren er al in 1913, maar werden pas na de Tweede Wereldoorlog uitgevoerd, waarna Heijplaat aan alle kanten door havens en bijbehorende bedrijvigheid werd omringd. De geïsoleerde ligging tussen de havens draagt in belangrijke mate bij aan het bijzondere karakter van het tuindorp.

In 1903 vestigde de RDM zich aan de westkant van Boven Heijplaat en ten behoeve van twee drijvende droogdokken werd een bassin gegraven. De kreek die Boven Heijplaat scheidde van Courzand werd gedempt. Voor nieuwbouw werden westelijk van de Dokhaven langshellingen aangelegd. De RDM zou tot in de jaren 1960 floreren, gedurende welke periode het terrein verschillende keren in zuidelijke en oostelijke richting werd uitgebreid. De Dokhaven werd in fasen vergroot (1914, 1919, 1921, 1936-1939) en ook de Heijsehaven werd vanaf 1939 verbreed. In de jaren 1950 legde de RDM aan de oostzijde nog een sleepbotenhaven aan. Op de werf was vrijwel constant sprake van sanering, uitbreiding, verbouw en nieuwbouw, om de complete combinatie van bedrijfsfuncties – typerend voor grootschalige scheepswerven – in optimale condities te houden, waarbij de vrijwel rechthoekige Dokhaven een centrale plaats innam.

Al in 1906 ondernam de directie van de RDM pogingen om arbeiderswoningen nabij de werf te bouwen, omdat de afstand van woonhuis tot werf een bezwaar vormde, vooral ook bij spoedeisende werkzaamheden. Vanaf 1910 werd met de gemeente onderhandeld over de aankoop van grond voor arbeiderswoningen. Op basis van de plannen van H.J.A. Baanders werd Tuindorp Heijplaat na 1913 vanaf de Heijplaatstraat in zuidelijke richting (in fasen) aangelegd. Door de Eerste Wereldoorlog stagneerde de woningbouw, maar in 1920 kreeg de RDM van de Noorse regering 25 houten noodwoningen, die later werden geïntegreerd met het tuindorp. Uiteindelijk telde Heijplaat 451 woningen: 40 beambtenwoningen en 411 arbeiderswoningen. Behalve woningbouw voorzag het tuindorp in een warenhuis, enkele winkelpanden, een torenhuis, drie schoolgebouwen, drie kerken, een jonggezellenhuis, een badinrichting annex badhuis, een politiepost met woning en een ontspannings- en feestgebouw.

Op de Beneden Heijplaat, aan de westzijde van de Heijsehaven, werd in 1930-1933 de nieuwe gemeentelijke Quarantaine-inrichting gebouwd. Het monumentale complex omvatte oorspronkelijk tien verschillende gebouwen, haaks of parallel ten opzichte van elkaar geplaatst. Als zodanig is het nauwelijks gebruikt, in de oorlog werd het door de Duitsers gevorderd en daarna functioneerde het tot de jaren 1970 als zorgcomplex. Eind jaren zeventig werd het terrein een kunstenaarskolonie.

Stedenbouwkundige en architectonische kenmerken

De ruimtelijke structuur en inrichting van Heijplaat (de drie-eenheid werf, tuindorp en Quarantaine-complex) zijn op hoofdlijnen goed herkenbaar gebleven. Na het sluiten van de werf en het verdwijnen van de havenarbeiders is het karakter veranderd, maar de verwevenheid tussen dorp en werf is ruimtelijk nog te herkennen. Dat het tuindorp nadrukkelijk in de schaduw van het moederbedrijf lag is nog goed te zien en vooral te ervaren door de Heijplaatstraat, waar de grens tussen dorp en werf wordt gevormd door de lange gevelwand van onder andere het poortgebouw en flankerende dienstgebouwen (onder Heijplaters ooit bekend als ‘de muur’).

Het RDM-complex bevat enerzijds representatieve facilitaire gebouwen (de muur), opgetrokken in een karakteristieke, massieve zakelijk expressionistische stijl (van de eerste ‘RDM-huisarchitect’ Baanders en navolgende architecten die zijn stijl volgden), anderzijds (grootschalige) werkplaatsen met een zuiver utilitair karakter, waarbij meestal geen architect betrokken is geweest. De Dokhaven vormt het centrum waaromheen de grootschalige werkplaatsen zijn gesitueerd: machinefabriek, voormalige gieterij en smederij, duikbotenloods en scheepsbouwloods. De meeste karakteristieke elementen, zoals droogdokken, kranen, rails, hellingen en kade-inrichting zijn weliswaar verwijderd, nog steeds biedt het werfterrein een afspiegeling van de bedrijfsgeschiedenis en typisch historisch-functionele samenhang van havenbekkens, kades, dokpieren, terreinstructuur en gebouwenpark.

Het dorp Heijplaat vormt een compacte, kleinschalige en introverte enclave. In navolging van de Engelse tuindorptraditie (de heilzame invloed van licht, lucht en doelmatige huisvesting op de gezondheid en moraal van arbeiders) ontwierp Baanders een stedenbouwkundig plan met een open bebouwing. Het gebied bevat gevarieerde laagbouw met vijf verschillende ruime woningtypen, voorzien van achtertuinen en sommige met voortuinen en diverse algemene voorzieningen. Om een levendig en gevarieerd dorpsbeeld te creëren, heeft Baanders een groot scala aan ontwerp-variaties ingezet op een eenvoudig rechtlijnig stratenpatroon, zoals verspringende rooilijnen, knikken en krommingen in de straten, poortgebouwen en verschillende plein-achtige ruimtes, met een steeds wisselend karakter. Dit effect wordt versterkt door een rijke variatie in architectonische detaillering. Baksteen is het basismateriaal, maar is toegepast in verschillende kleuren en voorzien van siermetselwerk. Ook de toepassing van houten gevelbekleding, stucwerk en verschillende kleuren dakpannen zorgt voor variatie. Tenslotte draagt de variatie in bouwhoogte bij aan het pittoreske karakter en behalve verschillende kapvormen zijn ook toren-vormige volumes toegevoegd.

Het verkavelingspatroon is speels en kleinschalig, met ver doorgevoerde differentiatie van de huizenblokken. De woningen zijn gecombineerd tot kleine vrijliggende bouwblokken van maximaal zeven woningen, waarbij de individuele woning herkenbaar is gearticuleerd. De vijf woningtypen bestonden uit twee typen eengezinswoningen, twee typen beneden-bovenwoningen en een type grote eengezinshuizen. Het groene karakter van het tuindorp wordt bepaald door achter- en voortuinen, enkele kleine plantsoenen en boombeplanting. Op architectonisch niveau is met bloembakken en pergola’s geprobeerd om het tuindorp karakter te benadrukken. De schaarse voortuinen zijn ook architectonisch benaderd, met gemetselde muurtjes en heggen, gemetselde plantenbakken, banken en trappen.

Het Quarantaine-complex ligt geïsoleerd tussen twee havenbekkens, typisch voor de oorspronkelijke functie. De Quarantaine-inrichting is een groene enclave tussen de havenbedrijvigheid. De inrichting vormt een monumentaal onderdeel van de havengeschiedenis en heeft inmiddels de status van rijksmonument.

Nadere typering te beschermen waarden

  • De zeldzaamheid van de hechte ruimtelijke en historisch-functionele relatie tussen de RDM-werf en het fabrieksdorp Heijplaat (dat economisch sociaal en cultureel van het bedrijf afhankelijk was), opgezet volgens de Engelse tuindorp-gedachte en een schoolvoorbeeld van de vroeg twintigste-eeuwse company town.

  • Het grote belang van het scheepwerf- en droogdok-complex van de RDM, vanwege de goed zichtbare functionele samenhang van werf (Dokhaven, Sleepbotenhaven, Heijsehaven) en de grootschalige werkplaatsen, alsmede de scheepsbouwloods en het sorteerterrein.

  • De representatieve gevelwand van facilitaire gebouwen aan de Heijplaatstraat, opgetrokken in zakelijk expressionistische stijl met veel detaillering (‘de muur’), zowel buffer als verbinding (in de vorm van poortgebouwen) tussen tuindorp en werf, en de overgang tussen de grootschalige bedrijfsgebouwen en de pittoreske kleinschaligheid van het tuindorp.

  • Het RDM-complex is een voorbeeld van industrieel erfgoed dat voor een groot deel intact is, waarbij de utilitaire gebouwen een kenmerkende industriële vormgeving hebben, veelal bestaande uit ijzer- en staalconstructies met gemetselde vulmuren.

  • De vooraanstaande positie van de RDM in de nationale scheeps- en machinebouwindustrie die het complex weerspiegelt en de beeldbepalende waarde van de prominente ligging aan de Nieuwe Maas ervan.

  • Het specifieke karakter van de fabrieksnederzetting (company town), opgezet volgens de tuindorp filosofie, van het oudste deel van het dorp (1913-1940), waarbij het kleinschalige verkavelings- en stratenpatroon van H.A.J. Baanders kenmerkend is, evenals de traditionalistische vormgeving van de bebouwing (door Baanders en S. de Clercq), de aandacht voor het ontwerp van bijzondere bebouwing en de groenstructuur.

  • De locatie van de company town in de onmiddellijke nabijheid van het moederbedrijf, de hiërarchie binnen werknemers die terugkomt in de bebouwing, het ‘enclave-karakter’ van de geïsoleerde nederzetting met zijn eigen voorzieningen.

  • Het kenmerkende karakter als groene en introverte woonenclave te midden van het uitgestrekte havenlandschap (visueel en ruimtelijk te ervaren).

  • Het bijzondere stedenbouwkundige plan, door de langgerekte, smalle plattegrond, ingeklemd tussen het RDM-werfterrein, de Waalhaven en Heijsehaven, en de variatie op het eenvoudige rechtlijnige stratenpatroon door de toepassing van verspringingen, kleine rondingen en knikken.

  • De kleinschalige en afwisselende verkavelingsstructuur van de woningen (tot maximaal zeven in een blok), met verspringende rooilijnen die in sterke mate bijdraagt aan het kleinschalige tuindorp karakter, verder versterkt door de toegepaste bebouwingsprofielen: één à twee bouwlagen met een diversiteit aan kapvormen, en een zorgvuldige detaillering, uitgevoerd in verschillende kleuren baksteen en voorzien van siermetselwerk, stucwerk en houten betimmering.

  • De reeks bijzondere gebouwen en het muziekpaviljoen als verrijking en verlevendiging van het vooroorlogse dorpsbeeld en – vooral door de torens of torenachtige bouwvolumes of de hogere bouwhoogte – van het silhouet van het dorp (het aan het Vestaplein gelegen warenhuis en het vergadergebouw, feestgebouw Courzand, het voormalige jonggezellenhuis als poortgebouw over de Vestastraat, de bijzondere school aan de Letostraat, de gemeentelijke school aan de Vestastraat, de gereformeerde Elimkerk aan de Alcorstraat-Sirrahstraat, de roomskatholieke Bonifatiuskerk aan het Alcorplein, de Nederlands hervormde Julianakerk aan de Streefkerkstraat en het muziekpaviljoen Prinses Beatrix aan het Rondoplein.

  • De groenstructuur van voor- en achtertuinen, plantsoenen en boombeplanting, en op architectonisch niveau in de vorm van plantenbakken, pergola’s en het ontwerp van de voortuinen met een variatie aan gemetselde tuinmuren, terrassen en plantenbakken en -borders. Ook het volkstuincomplex heeft waarde, als compensatie voor de kleine als siertuin bedoelde achtertuinen.

  • Het Quarantaine-complex als uitdrukking van een bijzondere functie die onlosmakelijk met de haven was verbonden, de geïsoleerde ligging ervan en de toegankelijkheid, slechts via water of over de smalle landtong via de Quarantaineweg.

  • De opmerkelijke, binnen één ontwerp gevarieerde stedenbouwkundige opzet van de serie gebouwen, de compositie ervan en de nog grotendeels herkenbare groenstructuur waarin deze is ingebed, waarbij het geheel een groene enclave vormt binnen het omliggende havengebied.

  • De drie van oorspronkelijk vier bouwblokken die inzicht geven in de diverse functies van het complex: centraal het ontsmettingsgebouw, oostelijk de verpleegbarakken inclusief zusterhuis en lijkenhuis, noordelijk de administratie, keuken en ontsmettingsinstallaties, en zuidelijk het voormalige sportveld.

  • De architectuurhistorische en visuele waarde van de vorm van de gebouwen; ze zijn streng symmetrisch ontworpen in zakelijk expressionistische stijl, opgetrokken in rode baksteen, en tellen één bouwlaag met daarboven hoge, ver uitkragende schilddaken en steekkappen, bedekt met rode dakpannen en voorzien van hoge gemetselde schoorstenen, waardoor de daken beeldbepalend en ook vanaf het water goed herkenbaar zijn.

Criteria Beschermd Stadsgezicht Heijplaat

  • Bouwinitiatieven dragen bij aan de stedenbouwkundige en architectonische eenheid in het gebied. Specifiek voor RDM-Heijplaat gaat het daarbij om de unieke samenhang tussen het historische werfcomplex op een prominente plek aan de Nieuwe Maas en de groene ‘enclave’ van het geïsoleerde (en introverte) tuindorp te midden van het uitgestrekte havenlandschap. Ook dragen bouwinitiatieven bij aan het onderscheid tussen het werfcomplex en het groen, gevormd door ‘de muur’ van facilitaire gebouwen.

  • Op het scheepswerf- en droogdokcomplex ondersteunen bouwwerken de functionele samenhang en de kenmerkende industriële vormgeving van utilitaire bebouwing.

  • In het tuindorp versterken bouwinitiatieven de relatie tussen de stedenbouwkundige opzet, de traditioneel vormgegeven architectuur en de specifieke groenstructuur (inclusief voor- en achtertuinen).

  • Bouwinitiatieven passen bij de stedenbouwkundige en architectonische eenheid van de ensembles, die voor het tuindorp wordt gekenmerkt door de langgerekte, smalle vorm van het stedenbouwkundig plan en de variatie op het rechtlijnige stratenpatroon door verspringingen, kleine rondingen en knikken.

  • Bouwwerken bouwen voort op de kleinschalige, open en afwisselende verkavelingsstructuur, die bijdraagt aan het kleinschalige karakter van het tuindorp.

  • Bouwinitiatieven bouwen voort op de in het gebied aanwezige bouwstijl(en).

  • Bouwwerken hebben een compact en eenduidig bebouwingsprofiel: een- à twee bouwlagen met een kap.

  • Bouwinitiatieven sluiten aan op de diversiteit en structuur van het daklandschap (kapvorm, nokrichting en dergelijke).

  • Bindende en ritmerende elementen (specifiek in dit gebied: gevelbeëindigingen, schoorstenen en dergelijke) blijven behouden.

  • Bouwinitiatieven ondersteunen de architectonische vormgeving van de tuinen, in de vorm van pergola’s en de variatie aan gemetselde tuinmuren, terrassen en (gebouwde) plantenbakken en -erfafscheidingen.

  • Materiaalgebruik, kleur en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. Materiaalgebruik, kleur en detaillering maken gebruik van de kenmerken en uitstraling van de oorspronkelijke bebouwing, bouwen erop voort en versterken deze waar mogelijk.

  • Bouwinitiatieven houden het overheersende beeld van verschillende kleuren baksteen, siermetselwerk, stucwerk, specifieke kleur- en type dakbedekking en houten betimmering (afgewerkt met verf, lak of beits) in stand.

  • Het materiaal van de dakbedekking is passend bij de kapvorm en de oorspronkelijke architectuur van het pand.

  • Op het scheepswerf- en droogdokcomplex kenmerkt de bebouwing zich door een industriële vormgeving, passend bij de veelal uit ijzer- en staalconstructies met gemetselde vulmuren bestaande oorspronkelijke bebouwing.

Wanneer je vragen hebt dan kun je hier Pariatur elit do anim pariatur ea. Reprehenderit pariatur esse minim commodo et deserunt irure. Sit cupidatat ullamco voluptate aliqua aliquip elit eiusmod ad occaecat ex eu laborum est Lorem incididunt. Lorem aliqua aliquip commodo duis ea amet ut laboris ipsum cupidatat eiusmod nostrud adipisicing sunt. Sunt anim nostrud aliquip et enim labore. Anim consectetur amet excepteur qui duis. Sit velit irure irure dolore ipsum mollit non ex.

Op deze pagina

Doe de welstandscheck

Krijg snel en eenvoudig inzicht in welke welstandscriteria gelden voor jouw bouwinitiatief.

Ga naar de welstandscheck